Franciacorta

De Franciacorta is dé wijnstreek bij het Iseo meer. Net als andere grote wijnstreken is de Franciacorta ontstaan door een geologisch toeval: Het is gelegen aan de monding van de Val Camonica, een dal ontstaan door de gletsjers die tijdens de laatste ijstijd de bergen bedekten. Hierdoor stapelde zich een enorme hoeveelheid grof, kalkrijk sediment op. Dit vormt nu de basis voor de bodem in een groot deel van het Franciacorta gebied. Deze gletsjers hebben naast de kwaliteit van de grond, er ook voor gezorgd dat het Lago d’Iseo zich heeft gevormd aan de rand van het Franciacorta gebied. Het meer dient als een hitte en vorst remmer waardoor de zomers minder heet zijn en de winters minder streng. Daarmee zorgt het voor een uitermate geschikt klimaat om wijn te verbouwen. Er zijn verschillende theorieën over het ontstaan van van de naam Franciacorta. De meest waarschijnlijke is dat de naam ontstaan is door een samentrekking van de woorden franchae curtes. ‘Franchae curtes’ of ‘Corte franca’, betekent ‘zonder belasting’. Dit was een aanduiding voor de dorpen en stadjes die onder de bescherming vielen van Benedictijner monniken die vrijstelling kregen voor het betalen van belastingen.

De druiven die worden gebruikt bij het maken van Franciacorta zijn Chardonnay, Pinot noir en Pinot bianco. Chardonnay en pinot noir zijn dezelfde druiven als die in Champagnestreek worden gebruikt, Pinot bianco is specifiek voor de Franciacorta. Chardonnay is de meest aangeplante druif, om een rosé te maken wordt de Pinot noir druif toegevoegd kleur te geven. De Pinot noir kan daarnaast ook gebruikt worden in de andere Franciacorta wijnen , als de schil niet meegist kan de wijn wit blijven. Hoe wordt deze mooie wijn gemaakt: Het productieproces wat aan de basis ligt van DOCG Franciacorta is een exacte kopie van de methode champenoise die ontwikkeld is in de Champagne. In Italië wordt dit de metodo classico of metodo traditionale genoemd. Vanwege onder andere de langere lagering die nodig is zorgt dit proces voor complexere wijnen dan bijvoorbeeld prosecco.

Het proces begint uiteraard met de oogst, die in Franciacorta over het algemeen handmatig wordt gedaan. De geoogste druiven worden vervolgens zacht geperst en met deze most worden de verschillende basiswijnen gemaakt tijdens de eerste fermentatie. Van deze basiswijnen wordt later een cuvée gecreëerd, een blend van wijnen om zo de verschillende Franciacorta’s mee te maken. De volgende stap wordt ‘tirage’ genoemd. Hierbij wordt er suiker en gist toegevoegd aan de cuvée om de tweede fermentatie op gang te helpen. Tijdens deze tweede fermentatie ontstaat de fijne bubbel in de wijn veroorzaakt door een reactie van gist en suiker. De gist eet de suiker op en zo ontstaat de perlage. Deze tweede fermentatie gebeurt in de fles. De flessen worden horizontaal opgeslagen en weggelegd zolang als vereist is om de verschillende soorten Franciacorta te creëren. Voor de Brut is dit minstens 18 maanden voor andere types loopt dit op tot 36. Als de tweede fermentatie voltooid is, worden de flessen langzaam verticaal gezet met de hals naar beneden, de remouage. Tijdens remouage zakt het bezinksel van dode gist (de suiker is inmiddels volledig geconsumeerd door de gist) naar de hals van de fles. Remouage wordt in sommige gevallen nog handmatig gedaan. Hierbij worden de flessen, die in een pupitre staan elke dag een kleine slag gedraaid en langzaam meer verticaal geplaatst. Tegenwoordig wordt dit echter meestal automatisch gedaan in een machine. Als het bezinksel volledig naar de hals is gezakt, kan het worden verwijderd. Dit heet sboccatura op z’n Italiaans. Hierbij wordt het bezinksel bevroren met behulp van stikstof. Vervolgens wordt de kroonkurk op de fles verwijderd en door de druk die is ontstaan tijdens de tweede fermentatie, schiet het ijs er vanzelf uit. Doordat het ijs eruit geschoten is, moet de fles nu worden bijgevuld. Dit wordt gedaan met likeur. De hoeveelheid suiker bepaalt het type Franciacorta. Van droog naar zoet: Extra Brut, Brut, Extra Dry, Sec, Demi-Sec. Voor Franciacorta pas dosé wordt alleen basiswijn toegevoegd zonder suiker. De flessen worden uiteindelijk afgesloten met een champignonkurk, die op z’n plek wordt gehouden door een ijzerdraad. Over de kurk wordt vervolgens nog het DOCG label aangebracht. De Franciacorta , de wijn waar de regio zo trots op is, kan de concurrentie met andere mouserende wijnen van waar ook ter wereld moeiteloos aan.

Geef een reactie